kers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kers    (hulp, bestand)
• IPA: / kɛrs / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• kers

Woordherkomst en -opbouw

• via Middelnederlands kerse, in de betekenis van ‘vrucht’ aangetroffen vanaf 1240, via Latijn ceresia / ceresium / cerasium van Oudgrieks κεράσιον (kerásion) / κέρᾰσος (kérasos)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kers	kersen
verkleinwoord	kersje	kersjes

Zelfstandig naamwoord

de kers v / m

1. (fruit) steenvrucht van een kersenboom, Prunus subg. Cerasus 
   (wikidata: kers )

   • Een kers aan een steeltje. 
   • Er groeien kersen aan de bomen in de tuin. 

• 
  1. Een kers aan de boom.
• 
  1. Een kom met kersen.

Hyponiemen

• zoete kers Prunus avium 
• zure kers Prunus cerasus 

   

Amerikaanse kruidkers Amerikaanse vogelkers Oost-Indische kers acerola-kers akkerkers ananaskers barbadoskers bitterkers boerenkers daikonkers dwergkers graskers hofkers hondskers jodenkers klimkers kruidkers laurierkers meikers moeraskers monkimonkikers peperkers sierkers springkers steenkruidkers sterkers sterrenkers troskers tuinkers varkenskers veldkers vleeskers vogelkers waterkers weichselkers wijnkers wolfskers

Afgeleide begrippen

   

Oost-Amerikaanse kersenboorvlieg kersappel kerselaar kersenbier kersenbijter kersenbladroller kersenbladwesp kersenbloesem kersenbonbon kersenboom kersenboomgaard kersenboorvlieg kersenbrandewijn kersencake kersengom kersengoudhaantje kersenhout kersenhouten kersenjaar kersenjam kersenmand kersenontpitter kersenpannenkoek kersenpedaalmot kersenpit kersenpluk kersenrood kersensap kersenspinner kersensteel kersensteen kersentaart kersentijd kersentuin kersenvink kersenvlaai kersenvouwmot kersgalwesp kerskleurig kerslaurier kerspruim kersrood kerstomaat kersvers zwarte kersenluis

Verwante begrippen

• kriek

Uitdrukkingen en gezegden

• De kers op de taart

Het detail dat het geheel perfect maakt

• Zoveel om iets geven als een boer om een kers

Er helemaal niets om geven

Spreekwoorden

• Met grote heren is het kwaad kersen eten.

Samenwerken met personen die veel machtiger zijn is niet voordelig of zelfs schadelijk

Vertalingen

    1. steenvrucht van een kersenboom, Prunus subg. Cerasus   

Afrikaans: kersie (af) Bretons: kerez (br) Bulgaars: череша (bg) v Catalaans: cirera (ca) Duits: Kirsche (de) v Engels: cherry (en) Esperanto: ĉerizo (eo) Frans: cerise (fr) Grieks: κεράσι (el) o (kerási) Interlingua: ceresia (ia) Italiaans: ciliegia (it) v

Japans: サクランボ (ja) Litouws: vyšnia (lt) Papiaments: cherry/chèri Pools: czereśnia (pl) Portugees: cereja (pt) Slowaaks: čečnja (sk) Russisch: вишня (ru) v, черешня (ru) v Spaans: cereza (es) v Turks: kiraz (tr) Waals: ceréjhe (wa) Zweeds: körsbär (sv)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kers	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de kers m

1. (bloemplanten) benaming voor bomen uit het ondergeslacht Prunus subg. Cerasus , waaraan kersen groeien
   (wikidata: kers )

• 
  1. Een bloeiende kers , Prunus avium , in de lente.
• 
  1. Een vruchtdragende kers, Prunus cerasus , in de herfst.

Synoniemen

• kersenboom

Hyponiemen

• zoete kers Prunus avium 
• zure kers, zure-kersenboom Prunus cerasus 

Verwante begrippen

• wilde kersenboom, kersenbomenhout

Vertalingen

    1. benaming voor bomen uit het ondergeslacht Prunus subg. Cerasus   

Engels: true cherry (en) Frans: cerisier (fr) m

Spaans: cerezo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord kers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kers" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.