kavalje
Uiterlijk
- ka·val·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kavalje | kavaljes |
verkleinwoord |
het kavalje o
- een oud en vervallen huis
- ▸ En: „O dat eigen huis! Zoo’n oude kavalje is haast niet voor te stellen.” Dat huis diende echter wel ter verpozing of bemoediging van rijk en arm, van hooggeleerd tot ongeschoold.[3]
- oud paard
1. een oud en vervallen huis
- Het woord kavalje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kavalje" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ kavalje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jan van der Graaf“Kerkhistorie met een knipoog: Stilstaan bij een graf zonder grafsteen” (16-10-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be