kardinaliteit
Uiterlijk
- kar·di·na·li·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kardinaliteit | kardinaliteiten |
verkleinwoord |
de kardinaliteit v
- (wiskunde) een algemene vorm om aan te duiden hoeveel elementen een verzameling bevat
- ▸ Dit hemelse reuzengetal moet een nieuwe kardinaliteit hebben, een nieuwe grootte.[1]
- Het woord kardinaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Antonio Padilla“Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512