januari
Uiterlijk
- ja·nu·a·ri
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘eerste maand’ voor het eerst aangetroffen in 1293 [1]
eponiem: van het Latijnse mensis Ianuarius (de maand van de Romeinse god Janus, met het achtervoegsel -arius)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | januari | januari's |
verkleinwoord | - | - |
de januari m
- (tijdrekening) de eerste maand van het jaar volgens de gregoriaanse kalender
- Januari is een van de koudste maanden van het jaar.
Maanden in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januari | februari | maart | april | mei | juni | juli | augustus | september | oktober | november | december |
1. de eerste maand van het jaar
- Het woord januari staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "januari" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "januari" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Ontleend aan het Nederlandse januari en etymologisch gespeld.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
januari | - |
januari
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: yanüari.
Maanden in het Papiaments | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bonaire en Curaçao: Aruba: |
yanüari januari januari |
febrüari februari februari |
mart maart maart |
aprel april april |
mei mei mei |
yüni juni juni |
yüli juli juli |
ougùstùs augustus augustus |
sèptèmber september september |
oktober october oktober |
novèmber november november |
desèmber december december |
januari g
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | januari | januarimånaden | januarimånader | januarimånaderna |
genitief | januaris | januarimånadens | januarimånaders | januarimånadernas |
Maanden in het Zweeds | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januari januari |
februari februari |
mars maart |
april april |
maj mei |
juni juni |
juli juli |
augusti augustus |
september september |
oktober oktober |
november november |
december december |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Achtervoegsel -arius in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Tijdrekening in het Nederlands
- Maand in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Papiaments
- Zelfstandig naamwoord in het Papiaments
- Maand in het Papiaments
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Maand in het Zweeds