invasie
Uiterlijk
- in·va·sie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vijandelijke inval’ voor het eerst aangetroffen in 1524 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invasie | invasies |
verkleinwoord | invasietje | invasietjes |
de invasie v
- (militair) het binnendringen van een legermacht in een ander land
- De invasie van Normandië in 1944 was het begin van de Bevrijding.
- Het woord invasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invasie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "invasie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ invasie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be