intermenselijk
Uiterlijk
- in·ter·men·se·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | intermenselijk | intermenselijker | intermenselijkst |
verbogen | intermenselijke | intermenselijkere | intermenselijkste |
partitief | intermenselijks | intermenselijkers | - |
intermenselijk
- betrekking hebbend op de relaties van mensen onderling
- Het woord intermenselijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.