instemming

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  instemming    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·stem·ming

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	instemming	instemmingen
verkleinwoord

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van instemmen met het achtervoegsel -ing

Zelfstandig naamwoord

de instemming v

1. adhesie, toestemming

   • Zijn ouders gaven instemming aan hun zoon om later thuis te komen van het schoolfeest. 

Verwante begrippen

• goedkeuring

Afgeleide begrippen

• instemmingaanvraag, instemmingbesluit, instemmingsaanvraag, instemmingsbesluit, instemmingsbrief, instemmingsplichtig, instemmingsrecht, instemmingsverklaring, instemmingsverzoek, instemmingverzoek

Vertalingen

    1.   

Spaans: asentimiento (es) m

Gangbaarheid

• Het woord instemming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "instemming" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.