ijszak
Uiterlijk
- ijs·zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijszak | ijszakken |
verkleinwoord | ijszakje | ijszakjes |
de ijszak m
- een zak met een koude inhoud waarmee men andere zaken kan koelen
- Een Britse jongen had uit wanhoop maar een ijszak gejat bij een winkeltje en liet die langzaam smelten op z’n rug.[2]
- (medisch) plastic zakje met ijsklontjes waarmee een gekwetst lichaamsdeel gekoeld kan worden
- President Obiang zou aan prostaatkanker lijden en de medische verzorging door dure artsen uit Europa aanvullen met ijszakken die - in de grimmige satire van Ebalé - de opgezwollen testikels van het staatshoofd wat verlichting moeten geven.[3]
- Het woord ijszak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijszak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Arjan Schouten 30-SEPTEMBER-2017
- ↑ Volkskrant Joost Pollman 19 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be