hu
Uiterlijk
- hu
- van Middelnederlands hu tw , een strijdkreet [1][2]
hu!
- uitroep van huivering door angst of kou
- ▸ Maar niet het water in, hu!, wat zou dat nat zijn geweest voor de paarden en ons, kinderen.[3]
- uitroep om een trekdier aan te sporen of (afhankelijk van de toon) juist te laten stoppen
- ▸ ‘Hu, hu! paard!’ scholden straatjongens, achteraankomend, haar uit.[4]
- Het woord hu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hu" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Weblink bron Hooi in: Hollands Maandblad., 750 jrg. 52 nr.5 (mei 2010), Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, p. 3
- ↑ Weblink bron “In oorlogsnood.”, herziene editie in dbnl (2007, origineel 2004), Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie van de KANTL, Gent, p. 211
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
hu |
gehuud |
volledig |
hu
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 29 %
- Prevalentie Vlaanderen 14 %
- Woorden in het Afrikaans
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans