Naar inhoud springen

hostiliteit

Uit WikiWoordenboek
  • hos·ti·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord hostiliteit hostiliteiten
verkleinwoord - -

de hostiliteitv

  1. vijandigheid, vijandelijkheid
    • Er was een hoop hostiliteit tussen die twee groeperingen. 
83 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]