hoogwaardigheidsbekleder
Uiterlijk
- hoog·waar·dig·heids·be·kle·der
- Samenstelling van hoog, waardigheid en bekleder met het invoegsel -s-: iemand die een hoge waardigheid bekleedt.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogwaardigheidsbekleder | hoogwaardigheidsbekleders |
verkleinwoord |
de hoogwaardigheidsbekleder m
- iemand die een hoog ambt bekleedt of anderszins een hoge positie in de Kerk of maatschappij bezit
- De koning, de kardinaal, de bisschop, de ministers en vele andere hoogwaardigheidsbekleders woonden de plechtigheid bij.
1. iemand die een hoog ambt bekleedt of anderszins een hoge positie in de maatschappij bezit
- Het woord hoogwaardigheidsbekleder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.