hoofdopzichter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hoofdopzichter    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoofd·op·zich·ter

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hoofd zn  en  opzichter zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hoofdopzichter	hoofdopzichters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdopzichter m

1. (beroep) leidinggevende ambtenaar

   ▸ Wim Woering was als hoofdopzichter in de bouw bij talloze nieuwbouw- en restauratieprojecten in Zwolle en daarbuiten betrokken. Ook de Protestantse gemeente en de Joodse gemeente in Zwolle maken al bijna 35 jaar gebruik van zijn kennis en kunde. Hij was onder meer betrokken bij de restauratie van de synagoge.

Gangbaarheid

• Het woord hoofdopzichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.