heugel
Uiterlijk
- heu·gel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heugel | heugels |
verkleinwoord | - | - |
de heugel m
- (werktuigbouwkunde) getande platte staaf waarop d.m.v. een tandrad iets verplaatst kan worden
- werktuig dat in vroeger eeuwen bij het koken werd gebruikt om ketels of potten op te hangen boven het open vuur in een schouw, haardhaal
1. getande platte staaf waarop d.m.v. een tandrad iets verplaatst kan worden
- Het woord heugel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heugel" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ heugel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be