Naar inhoud springen

hamar

Uit WikiWoordenboek
Telwoord (eus)
1 11 10
2 12 20
3 13
4 14
5 15
6 16
7 17
8 18
9 19

hamar

  1. tien



hamar

  1. (gereedschap) hamer


[1] Ein hamar.
Een hamer.
  • ha·mar
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hamarr.

hamar m

  1. (gereedschap) hamer
  2. (geologie) rotswand, heuveltop
  3. (anatomie) hamer (gehoorsbeentje)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hamar     hamaren     hamrar     hamrane  
genitief