halacha
Uiterlijk
- ha·la·cha
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halacha | halachot |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) het normatieve, voorschrijvende deel van de mondelinge Tora
- (Jiddisch-Hebreeuws) één onderdeel uit dit normatieve deel
- (Jiddisch-Hebreeuws) de hiermee verband houdende jurisprudentie
- Het woord halacha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halacha" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 8 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %