haardot
Uiterlijk
- haar·dot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haardot | haardotten |
verkleinwoord | haardotje | haardotjes |
- tot een bundel ineengedraaid haar, vastgestoken op het achterhoofd
- De hoge haardot haalt deze zomer zijn grote broer tevoorschijn. Kies voor een opvallende ballerinadot als u geen schrik heeft om een statement te maken. Maak eerst een strakke, hoge staart in het midden van uw kruin. Blaas er volume in met een verstevigende haarmousse en toupeer uw haren tot een wilde haardos. [2]
- Het woord haardot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haardot" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 11/06/2012 om 12:17 door Tamara De Mey Drie makkelijke haartrends voor de zomer
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be