guirlande
Uiterlijk
- guir·lan·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bloemenslinger’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | guirlande | guirlandes |
verkleinwoord |
- (bloemen)slinger
- Clara Bossers van het groenbedrijf Fleurs d'Amies zet de cursisten flink aan het werk, want er worden op één dag drie groendecoraties gemaakt. Een guirlande met lichtjes, een staande decoratie voor bijvoorbeeld een hal en een kerststuk voor de buitendeur. [4]
- ornament in de vorm van een bloemenslinger
- Ze pakte haar spullen in en keek nog eens naar de cello. Nu ze klaar was, leek het een dood lichaam: een holle, houten buik met een lang, dun nekje. Ze duwde de doeken iets naar beneden en zag nu pas hoe verfijnd hij was ingelegd. Langs de zijkanten slingerden sierlijke guirlandes. Ze staken zwart af tegen de roestbruine kleur van het gelakte hout. Daarboven spreidden aan beide zijden ivoren griffioenen hun lichte vleugels tussen donkere kransen. [5]
- Het woord guirlande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "guirlande" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "guirlande" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ guirlande op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marion van Eeuwen 23 november 2000
- ↑ Winter, JulianMessias 2015 ISBN 978-90-446-2746-6 pagina 28
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be