goudjacht
Uiterlijk
- goud·jacht
- samenstelling van goud zn en jacht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goudjacht | goudjachten |
verkleinwoord |
- (sport) de poging om één of meer gouden medailles te winnen
- ▸ Even leek Kramer na zijn tempoversnelling zowaar zelf op goudjacht te kunnen gaan. Maar dat bleek uiteindelijk een brug te ver. "Ik wilde gaan en als Swings (de Belg die uiteindelijk tweede werd, red.) twijfelt, ben ik weg. Ik had toch een aardig gaatje, maar nu rijdt hij het toch dicht. Jammer dat we het niet konden afmaken."[1]
- ▸ De finale van het wereldbekerseizoen shorttrack in Dordrecht wordt een feestje, met Suzanne Schulting op goudjacht en Sjinkie Knegt als de verloren zoon terug op het ijs.[2]
- Het woord goudjacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Verweij: Spelen hebben mij veel moeite gekost” (Zaterdag 24 februari 2018, 15:23), NOS
- ↑ Weblink bron “'Iedereen leeft naar Dordrecht toe en Sjinkie zeker'” (Woensdag 12 februari 2020, 20:44), NOS