glasblaas
Uiterlijk
- glas·blaas
- naamwoord van handeling van glasblazen, ook op te vatten als samenstelling van glas zn en blaas zn
- bel van door verhitting zacht glas die door een glasblazer wordt bewerkt
- Langhalzige flessen in de ijsglastechniek (waarbij de hete glasblaas in een bak koud water ”schrikt' en in een grillig patroon barst) en kalebasvormige schalen met subtiele verticale ribben en dat alles in de schitterendste kleuren of in blank, iriserend glas, hebben Copier voor eens en voor altijd grote internationale erkenning bezorgd. [1]
- Het woord 'glasblaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Terwee, H.Andries Dirk Copier 1901 - 1991; Aan glas verslingerd (20 december 1991) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-07