gemiddelde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gemiddelde    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣəˈmɪdəldə/

Woordafbreking

• ge·mid·del·de

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van gemiddeld met het achtervoegsel -e

Werkwoord

vervoeging van:	middelen…
verbogen vorm:	gemiddeldee

gemiddelde

1. verbogen vorm van gemiddeld, voltooid deelwoord van middelen

Bijvoeglijk naamwoord

gemiddelde

1. verbogen vorm van de stellende trap van gemiddeld

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gemiddelde	gemiddeldes, gemiddelden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het gemiddelde o

1. (wiskunde) de som van een aantal getallen gedeeld door het aantal ervan

   • Het gemiddelde van 6, 7 en 8 is 7. 

Verwante begrippen

• doorsnee-, middelbare, midden-

Hyponiemen

   

EU-gemiddelde baangemiddelde beursgemiddelde daggemiddelde doelgemiddelde jaargemiddelde klasgemiddelde klassengemiddelde koersgemiddelde maandgemiddelde marktgemiddelde puntengemiddelde slaggemiddelde uurgemiddelde wereldgemiddelde wortelgemiddelde

Vertalingen

    1. de som van een aantal getallen gedeeld door het aantal ervan   

Duits: Durchschnit (de) m Engels: average (en), mean (en) Frans: moyenne (fr) v

Japans: 平均 (ja) (へいきん (ja)) (heikin) Pools: średnia (pl) v Spaans: promedio (es) m, media (es) v

Bijvoeglijk naamwoord

gemiddelde

1. verbogen vorm van de stellende trap van gemiddeld

   ▸ De gesprekken met deze dames waren diepgaander, maar voor de rest vloekten ze evenveel als de gemiddelde man, lieten ze evenveel scheten, rookten ze evenveel wiet en liepen ze even hard.

Gangbaarheid

• Het woord gemiddelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemiddelde" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.