Naar inhoud springen

garantie

Uit WikiWoordenboek
  • ga·ran·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord garantie garanties
verkleinwoord garantietje garantietjes

de garantiev

  1. verklaring waarin men verklaart voor bepaalde gevolgen in te staan
    • Hij gaf hem de garantie dat alle schade vergoed zou worden. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]