fuik
Uiterlijk
- fuik
- In de betekenis van ‘langwerpig, korfvormig visnet’ voor het eerst aangetroffen in 1383.[1]
- erfwoord: Naast Eupens voek ‘vrouwenrok’; Middelnederlands fu(e)ke, vuycke ‘fuik; ruim kleed’, ontwikkeld uit Oergermaans *fūkōn-, afgeleid uit het ww. *fūkan- ~ *feukan- (waaruit verouderd fuiken ‘stoten, duwen’ en Nynorsk fyka, fyke ‘snel door de lucht gaan, opjagen’), terugvorming uit het iteratief *fuk(k)ōn- ‘blazen’, waartoe Middelnederlands vocken ‘waaien’ behoort.[2][3] Dit werkwoord gaat terug op de Indo-Europese wortel *pug-, waartoe Lets pūga ‘windstoot, bui’ en Armeens pʿukʿ (փուք) ‘adem’ behoren.[4] Evenals Nederduits Fuuk en Fries fûke.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fuik | fuiken |
verkleinwoord | fuikje | fuikjes |
- (visserij) een langwerpig, korfvormig visnet dat in een punt toelopend is
- De fuik wordt vaak gebruikt bij het vissen.
- (figuurlijk) hinderlaag, val
- De politie zet een fuik op.
- ▸ Mijn onzekerheid werd steeds intenser en instinctief had ik nog maar één behoefte: vluchten, weg uit de bergen. Ik voelde me als een vis in een fuik, gevangen in een diepe vallei, omsingeld door hoge bergen met geen enkel teken van beschaving in de buurt.[7]
- [1] puikel
- [1] aalfuik, palingfuik, visfuik
- [2] alcoholfuik, fabeltjesfuik, filefuik, politiefuik
- In de fuik lopen (of:) zwemmen
Als gevolg van eigen blindheid/onoplettendheid in een valstrik lopen
- Het woord fuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fuik" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fuik" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fuik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 139
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 158
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Visserij in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %