froge

Niet te verwarren met: Frooge

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈfroːgə /

Woordafbreking

• fro·ge

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van Duits:  fragen ww 

vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie froge/vervoeging
onbepaalde wijs	froge
verleden tijd	(er) hot gfrogt
voltooid deelwoord	gfrogt
	enkelvoud		meervoud
1e persoon	ich	frog	mir / mer	froge
2e persoon	du	frogscht	dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner	frogt froge froge frogt froge froge
3e persoon	er	frogt	sie	froge
	sie	frogt
	es	frogt

Werkwoord

froge

1. onovergankelijk, overgankelijk vragen

Hyponiemen

• aafroge
• ausfroge
• befroge
• nofroge
• noochfroge
• rumfroge

Verwante begrippen

• Frog

Opmerkingen

• Duits: fragen
• Engels: to ask, to question