Naar inhoud springen

formateur

Uit WikiWoordenboek
  • for·ma·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord formateur formateurs
verkleinwoord formateurtje formateurtjes

de formateurm

  1. (beroep) iemand die formeert (vormt), een samensteller
  2. (politiek) samensteller van een kabinet
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]