extravagant

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  extravagant    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌɛkstravaˈɣɑnt / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ex·tra·va·gant

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buitensporig’ voor het eerst aangetroffen in 1650
• van Frans extravagant

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	extravagant	extravaganter	extravagantst
verbogen	extravagante	extravagantere	extravagantste
partitief	extravagants	extravaganters	-

Bijvoeglijk naamwoord

extravagant

1. ver buiten het alledaagse vallend

   • Een extravaganter feest kan ik me nauwelijks voorstellen. 

Synoniemen

• buitenissig, buitensporig

Afgeleide begrippen

• extravagantie

Verwante begrippen

• bovenmatig, buitengewoon, mateloos, overdreven, onmatig
• typisch

Vertalingen

    1.   

Engels: extravagant (en) Frans: extravagant (fr)

Spaans: extravagante (es) Tsjechisch: extravagantní (cs)

Gangbaarheid

• Het woord extravagant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "extravagant" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.