Naar inhoud springen

etalage

Uit WikiWoordenboek
etalge en winkelpui
  • eta·la·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord etalage etalages
verkleinwoord etalagetje etalagetjes

de etalagev [3]

  1. (bouwkunde) een met glazen ramen uitgevoerde ruimte aan de straatkant van een winkel waarin koopwaren uitgestald worden
    • Hij is bezig de etalage opnieuw in te richten voor de kerst. 
  2. (wikitaal) een selectie van artikelen die gebruikers van Wikipedia bijzonder waarderen en aan bepaalde (hoge) standaarden voldoen
  • in de etalage zetten
  • te koop aanbieden

Voorbeeld: Na de privatisering van het nationale post- en telefoniebedrijf, de Postbank, gemeentelijke en provinciale energiebedrijven, het openbaar vervoer, delen van het onderwijs en de gezondheidszorg en diverse taken van gemeentelijke en rijksoverheidsinstellingen worden nu - met overheidsgeld gefinancierde - (sociale) huurwoningen voor buitenlandse beleggers in de etalage gezet.

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


etalage

  1. etalage


etalage

  1. etalage