erotisch
Uiterlijk
- ero·tisch
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘m.b.t. de zinnelijke liefde’ voor het eerst aangetroffen in 1782 [1]
- Ontleend aan Frans érotique
- afgeleid van Eros (Griekse god van de liefde) met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | erotisch | erotischer | |
verbogen | erotische | erotischere | |
partitief | erotisch | erotischers | - |
erotisch [3]
- (seksualiteit) seksuele spanning veroorzakend
- Ook vrouwen kijken naar erotische films.
- Zijn erotische opmerkingen werden gezien als seksueel ongewenst gedrag.
- ▸ Misschien was dit de meest fantastische reis die hij ooit had gemaakt, evenzeer een erotisch als een politiek als een cultuurhistorisch avontuur.[4]
- Het woord erotisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erotisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "erotisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ erotisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be