enarenarse
Uiterlijk
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
enarenarse |
enarenaba |
enarenado |
volledig |
enarenarse
- e·na·re·nar·se
- onovergankelijk
- (scheepvaart), stranden, vastlopen (aan de grond lopen)
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
enarenarse |
enarenaba |
enarenado |
volledig |
enarenarse