drijfveer
Uiterlijk
- drijf·veer
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘beweegreden’ voor het eerst aangetroffen in 1793 [1]
- samenstelling van drijf ww en veer [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drijfveer | drijfveren |
verkleinwoord | drijfveertje | drijfveertjes |
- (techniek) een veer die onder spanning gezet de energie levert voor de beweging van een mechaniek
- In een automatisch horloge wordt de drijfveer opgewonden door de beweging van de drager.
- overdrachtelijk dat wat iemand beweegt, de achterliggende redenen van iemands handelen
- De drijfveren voor zijn gedrag zijn mij niet helemaal duidelijk.
- Iets minder dan een kwart van de volwassen Nederlanders rookt. Eenderde van hen ondernam in 2016 een serieuze stoppoging, zo blijkt uit cijfers van het CBS, het RIVM en het Trimbos Instituut. Meestal waren zorgen om de eigen gezondheid of die van kinderen de drijfveer om te stoppen.[3]
- [2] motief, beweegreden, reden, beweeggrond
- [1]: veer
- Het woord drijfveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drijfveer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "drijfveer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ drijfveer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Sander Voormolen 2 maart 2018 Waarom rokers wel willen stoppen maar er niet in slagen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be