doorbreken
Uiterlijk
- Geluid: dóórbreken (hulp, bestand); dóórbreken (stamtijden) (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorbrekə(n) / (3 lettergrepen)
- Geluid: doorbréken (hulp, bestand); doorbréken (stamtijden) (hulp, bestand)
- IPA: / dorˈbrekə(n) / (3 lettergrepen)
- door·bre·ken
- samenstelling van door bw en breken ww
- dóórbreken: van Middelnederlands dorebreken [1]
- doorbréken: van Middelnederlands dorebreken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorbreken |
brak door |
doorgebroken |
klasse 4 | volledig |
dóórbreken
- overgankelijk in twee stukken uit elkaar laten vallen door met kracht te buigen
- ▸ Tijdens de preek mochten ze proberen een takje door te breken. Dat was geen probleem, maar 5 takjes tegelijk doorbreken bleek toch een stuk moeilijker, zo niet onmogelijk. Dus samen ben je een stuk sterker dan alleen.[3]
- ergatief (waterbeheer) (van een waterkering) op een of meer plaatsen onder de druk van het water bezwijken
- Die dijk staat op doorbreken.
- ▸ Laat de dijk maar doorbreken, misschien gebeurt er dan wel wat.[4]
- ergatief met kracht een doorgang maken, een weg door iets heen forceren
- Er werd gezegd dat de 163ste Infanteriedivisie uit alle macht zou proberen vanaf de andere kant van de Maas door te breken. [5]
- ergatief een bekendheid en waardering bereiken die nodig is om succes te hebben
- ▸ Doorbreken bij een groot publiek is voor Nederlandse muzikanten een grote uitdaging.[6]
- ▸ Meer dan de helft van de Nederlanders overweegt in de toekomst een elektrische auto aan te schaffen. Dat blijkt donderdag uit de jaarlijkse Elektrisch Rijden Monitor van de ANWB. De verkeersorganisatie stelt op basis van de derde editie van de monitor dat „elektrisch rijden op het punt van doorbreken staat op de particuliere markt”. Momenteel worden elektrische auto’s vaak zakelijk geleased.[7]
- [2], [3], [4] doorbraak
3. met kracht een doorgang maken, een weg door iets heen forceren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorbreken |
doorbrak |
doorbroken |
klasse 4 | volledig |
doorbréken
- overgankelijk, (figuurlijk) een einde aan een heersende situatie maken.
- Zijn nuchtere opmerking doorbrak het eindeloos gekibbel.
- Het vogelgezang doorbrak de stilte in het bos.
- ▸ Zou het zo kunnen dat nu de coronacrisis op een laag pitje staat, jongeren zich meer verbonden willen voelen door het delen van het alledaagse, om zo de sleur van een inhaalzomer vol festivals en vakanties te doorbreken?[8]
1. een einde aan een heersende situatie maken
|
- Het woord doorbreken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorbreken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[9] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Nieuwsarchief 2021 : Communicanten stellen zich voor” op rkkerkmeppel.nl
- ↑ Weblink bron Erik Meester“Stop met gaten dichten, laat de dijk maar doorbreken” (14 oktober 2021) op nrc.nl
- ↑ Lemaitre, PierreTot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
- ↑ Weblink bron Christian Sier“Doorbreken in de muziek kun je leren” (4 juni 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Rik Wassens“‘Elektrisch rijden op punt van doorbreken bij particulieren’” (5 december 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Mandy Fit“Lekker de slonzige versie van jezelf delen” (24 juli 2022) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Klemtoonhomogram in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %