djakken
Uiterlijk
- djak·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
djakken |
djakte |
gedjakt |
zwak -t | volledig |
djakken
- overgankelijk hard klappen met een zweep
- overgankelijk knallend neersmijten
- overgankelijk verkrachten
- ▸ Haar man was aan het boeken op een feestje en de vrouw werd gedjakt door zijn vrienden. Walgelijk toch.[1]
- Het woord djakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Ari“ (7 november 2021), Waterkant.net op Waterkant
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal