deeltijd
Uiterlijk
- deel·tijd
- samenstelling van deel en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deeltijd | - |
verkleinwoord | - | - |
de deeltijd m
- gedeelte van de (werk)tijd die normaal als volledig geldt
- In Nederland werken en studeren zeer veel mensen in deeltijd.
- Het woord deeltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deeltijd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be