declineren
Uiterlijk
- Geluid: declineren (hulp, bestand)
- de·cli·ne·ren
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verbuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1]
- afgeleid van het Franse décliner (met het voorvoegsel de-) met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
declineren |
declineerde |
gedeclineerd |
zwak -d | volledig |
declineren
- overgankelijk (taalkunde) de naamvalsvormen opsommen
- De meeste Russische zelfstandige naamwoorden op -о zijn onzijdig en worden in de genitief gewoonlijk gedeclineerd door de -о door een -а te vervangen.
- (natuurkunde) afwijken
- Het woord declineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "declineren" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "declineren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ declineren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel de- in het Nederlands
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %