controlestation
Uiterlijk
- con·tro·le·sta·ti·on
- samenstelling van controle zn en station zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | controlestation | controlestations |
verkleinwoord |
het controlestation o
- inrichting waar men iets bestuurt of controleert
- ▸ In witte letters stond de officiële naam van het Afschrikkingscentrum op de deur: Universeel Zwaartekrachtgolf Uitzendsysteem Controlestation Nul.[1]
- ▸ De mannen braken afgelopen woensdag ’s nachts binnen in het controlestation van het Suoi Vuc-reservoir en openden een wateruitlaatklep. Ruim twee miljoen kubieke meter aan water stroomde naar buiten en overstroomde de dorpjes Son Nguyen en Suoi Bac.[2]
- Het woord controlestation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Liu Cixin“Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645835
- ↑ Weblink bron “Dronken mannen zetten Vietnamese dorpen onder water” (20-03-2017), Tubantia