clownspak
Uiterlijk
- clowns·pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clownspak | clownspakken |
verkleinwoord | clownspakje | clownspakjes |
het clownspak o
- het pak dat iemand draagt die zich als clown verkleedt
- In de Verenigde Staten, Groot Brittannië en uiteindelijk ook in Nederland duiken steeds vaker idioten op in enge clownspakken die mensen voor de lol schrik proberen aan te jagen. [2]
- Niets leek er aan de hand jarenlang, tot eind jaren tachtig een man in clownspak plotseling uit de struiken sprong. Hij had hele snode plannen, zo bleek al snel. Tot twee keer toe werd een meisjes van haar fiets getrokken en bruut verkracht.[3]
- ▸ Sander droeg een gouden clownspak.[4]
- Het woord clownspak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "clownspak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 29 dec. 2016
- ↑ de Telegraaf BJORN THIMISTER 14 okt. 2016
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be