chicken
Uiterlijk
- Geluid: chicken (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtʃɪkən/
- Afkomstig van het Oudengelse woord ciecen.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
chicken | more chicken | most chicken |
chicken
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to chicken |
he/she/it | chickens |
verleden tijd | chickened |
voltooid deelwoord |
chickened |
onvoltooid deelwoord |
chickening |
gebiedende wijs | chicken |
chicken
- onovergankelijk, (spreektaal) uit angst de moeilijkheden uit de weg gaan
- onovergankelijk fysieke of andere kenmerken ontwikkelen die op een kip lijken, bijvoorbeeld bulten op de huid
- chicken out
Naar frequentie | 3072 (zelfstandig naamwoord) |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
chicken | chickens |
chicken
- (hoendervogels) kip
- (voeding) kippenvlees
- (spreektaal) angsthaas, bangerd, bangerik, lafaard, lafbek
- [1]: (taxonomisch) Gallus gallus domesticus
- [2]: chicken meat
- [3]: coward
- [1]: chicken bone, chicken breeding, chicken brooder, chicken coop, chicken farm, chicken-fight (chickenfight),chicken hawk, chicken-house, chicken louse, chicken manure, chicken poop, chicken raising, chicken run, chicken snake, chicken yard, chickenshit, snow chicken
- [1]: chicken-breasted, chicken feed, chicken hawk, chicken pox (chicken-pox, chickenpox), chicken scratch, chicken wire
- [2]: chicken bouillon, chicken breast, chicken broth, chicken casserole, chicken drumstick, chicken Kiev (chicken kiev), chicken leg, chicken liver, chicken mousse, chicken pie, chicken salad, chicken soup, chicken stew, chicken stock, chicken wing, spring chicken
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Spreektaal in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Hoendervogels in het Engels
- Vogels in het Engels
- Voeding in het Engels