businessmanager
Uiterlijk
- busi·ness·ma·na·ger
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | businessmanager | businessmanagers |
verkleinwoord |
de businessmanager m
- (economie) (beroep) zakelijk directeur
- ▸ Door de crisis die vele huishoudens de afgelopen jaren dwong om de hand op de knip te houden, waren de kant-en-klare maaltijden zeer populair. Het ging daarbij met name om ovenklare maaltijden of de zogenoemde semi-kant-en-klare maaltijden, beweert Rini Emonds, businessmanager bij het marktonderzoekbureau IRI Worldwide.[2]
- ▸ Trainer Dennis Krauweel en businessmanager Karim Erja beheren de agenda van de Halsterenaar streng en zorgen dat zijn status als 'King of Kickboxing' niet onder alle aandacht lijdt.[3]
- Het woord businessmanager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ businessmanager op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Kerstdiner wordt ontspannen en traditioneel'” (22-12-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Chris Ottens“Rico Verhoeven op de Chinese toer” (13-10-2017), Tubantia