bruggengeld
Uiterlijk
- Geluid: bruggengeld (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrʏɣə(n)ˌɣɛlt / (3 lettergrepen)
- brug·gen·geld
- van Middelnederlands bruggegelt, op te vatten als samenstelling van brug zn en geld zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruggengeld | bruggengelden |
verkleinwoord | - | - |
het bruggengeld o
- (scheepvaart) vergoeding die een schipper moet betalen voor het openen van een beweegbare brug
- ▸ Hoewel de hausse voorbij is, zijn de prijzen van motorboten de laatse jaren aanzienlijk gestegen. Ook bijkomende kosten zoals voor afschrijving en renteverlies, verzekeringen, onderhoud, stalling, liggeld, brandstof (diesel) en sluis- en bruggengeld zijn gestegen.[2]
- (verkeer) tol die betaald moet worden als je een brug over wil
- ▸ Wanneer de zon onbarmhartig brandend opklimt naar het hoogste punt bereiken de voorste linies van de karavaan een brede, door rietkragen en wilgenbosjes omzoomde rivier, waarvan het gele, rimpelloos vloeiende water, dat ontwortelde bomen, takken en slierten van planten voortstuwt, overspannen wordt door de vier gemetselde bogen van een nog uit de oudheid daterende brug, die aan de overkant geflankeerd wordt door een tolhuis. (…) Bedelaars gaan rond met hun mansbakje om het bruggengeld bij elkaar te scharrelen dat ze straks bij het tolhuis moeten betalen.[3]
- Het woord 'bruggengeld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marc Serné“In deeltijd varen met de motorboot” (22 juni 1996) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Oefeningen in ontsnappen : De dodendans in: De Revisor., jrg. 30 nr. 2 (april 2003), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, p. 87/88
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal