brodeloos
Uiterlijk
- bro·de·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brodeloos | brodelozer | brodeloost |
verbogen | brodeloze | brodelozere | brodelooste |
partitief | brodeloos | brodelozers | - |
brodeloos
- zonder brood, zonder inkomen
- Na het failliet gaan van zijn bedrijf bleef hij brodeloos achter.
- Het woord brodeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brodeloos" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be