briefpapier
Uiterlijk
- Geluid: briefpapier (hulp, bestand)
- brief·pa·pier
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘postpapier’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
- samenstelling van brief en papier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | briefpapier | - |
verkleinwoord | - | - |
het briefpapier o
- licht papier dat speciaal geschikt is voor geschreven brieven die per post verzonden moeten worden
- Vroeger was er briefpapier met allerlei motieven, tegenwoordig zijn er achtergrondjes voor de e-mail.
1.
- Het woord briefpapier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "briefpapier" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "briefpapier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be