boeverij
Uiterlijk
- boe·ve·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boeverij | boeverijen |
verkleinwoord |
de boeverij v
- misdadige handeling verricht door een boef
- ▸ Ook hij wordt ontvoerd, samen met zijn zusje. Ze weten zich te bevrijden, waarna het gedaan is met de boeverij.[2]
- Het woord 'boeverij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boeverij" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hans van Holten“Jacht op zoekgeraakt recept” (27-03-2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be