boegdeur
Uiterlijk
- boeg·deur
- samenstelling van boeg zn en deur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boegdeur | boegdeuren |
verkleinwoord |
- laaddeur aan de voorkant van een veerboot waardoor auto's en vrachtwagens kunnen gaan
- De Herald of Free Enterprise en de Estonia, die in respectievelijk 1987 en 1994 zonken nadat water door de openstaande boegdeuren was binnengekomen, waren eveneens roro-veerboten. De vervoersschepen voor auto’s die de afgelopen jaren op de Noordzee zonken, zoals de Baltic Ace in december 2012, waren ook roro-schepen. [1]
- Het woord boegdeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boegdeur" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Hans Steketee 17 april 2014 Blijf zitten op je plaats, was de instructie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be