blokmaker
Uiterlijk
- blok·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokmaker | blokmakers |
verkleinwoord |
de blokmaker m
- (verouderd) (beroep) (scheepvaart) iemand die katrollen en schijven maakt voor takels
- ▸ Architect-designer Makkink: „Bij een ambachtsman denken mensen aan een kantklosser of een mandenmaker die in zijn eentje iets aan het maken is, omdat we dat zo zien op braderieën, maar daarmee koesteren we een vertekend beeld. Een ambacht was vroeger een specialisme van een groep. Zeilmaker, touwslager en blokmaker werkten intensief samen als er een schip werd gebouwd.”[3]
- Het woord 'blokmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blokmaker" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ blokmaker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Clasina van den Heuvel“Zuiderzeemuseum toont oude en nieuwe ambachten” (27-06-2011), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 62 %
- Prevalentie Vlaanderen 61 %