blijdschap
Uiterlijk
- Geluid: blijdschap (hulp, bestand)
- blijd·schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blijdschap | - |
verkleinwoord | - | - |
de blijdschap v
- een aangename stemming
- De blijdschap was groot bij het weerzien.
- ▸ De mensen stonden op hun stoelen en schreeuwden het uit van blijdschap.[3]
1. een aangename stemming
- Het woord blijdschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blijdschap" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ blijdschap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be