Naar inhoud springen

bilmekaniker

Uit WikiWoordenboek
  • bil·me·ka·ni·ker

Samenstelling van  bil zn "auto"  en  mekaniker zn "mecanicien" 

Naar frequentie 60135
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bilmekaniker     bilmekanikeren     bilmekanikere     bilmekanikerne  
genitief   bilmekanikers     bilmekanikerens     bilmekanikeres     bilmekanikernes  

bilmekaniker, m

  1. (beroep) automecanicien (mannelijke vorm), automecanicienne (vrouwelijke vorm), automonteur
    «Jeg satser på å bli bilmekaniker, men jeg har i tillegg på en utdanning innen billakkererfaget.»
    Ik streef ernaar automonteur te worden, maar ik heb ook een opleiding in het autospuitvak.
  • bilmekaniker med fagbrev
automonteur met vakdiploma