bijzin

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijzin    (hulp, bestand)
• IPA: /bɛizɪn/

Woordafbreking

• bij·zin

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bij  en  zin 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bijzin	bijzinnen
verkleinwoord	bijzinnetje	bijzinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de bijzin m

1. (taalkunde) een deel van een uiting dat een ondergeschikte rol speelt ten opzichte van de hoofdzin

   • Maar wat is hier nu de hoofdzin en wat is de bijzin? 
   • Ik ga naar school, omdat het moet. omdat het moet is hier de bijzin. 

   ▸ Deze trailnaam had ze gekregen vanwege haar fascinatie voor het boek ‘Slaughterhouse five’ van Kurt Vonnegut, waarin vaak de bijzin ‘so it goes’ terugkomt.

Afgeleide begrippen

• bijzinconstructie, bijzingebruik

Vertalingen

    1. een deel van een uiting dat een ondergeschikte rol speelt ten opzichte van de hoofdzin   

Duits: Nebensatz (de) m Engels: subordinate clause (en), dependent clause (en) Frans: proposition subordonnée (fr) v Italiaans: proposizione subordinata (it) v

Pools: zdanie podrzędnie złożone (pl) o Portugees: oração subordinada (pt) v Spaans: oración subordinada (es) v Zweeds: bisats (sv) g, inbäddad sats (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord bijzin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijzin" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.