bijtrekken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijtrekken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bij·trek·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bij  en  trekken 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bijtrekken	trok bij	bijgetrokken
klasse 3	volledig

Werkwoord

bijtrekken

1. overgankelijk door te trekken iets toevoegen

   • Er werden nog wat stoelen bijgetrokken tot iedereen zat. 

2. ergatief geleidelijk nog wat minder erg worden

   • Die verlepte plant is toch weer aardig bijgetrokken. 

Gangbaarheid

• Het woord bijtrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.