bespioneren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van bespioneren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bespioneren			te bespioneren
	toekomend		zullen bespioneren			te zullen bespioneren
voltooid	tegenwoordig		hebben bespioneerd			te hebben bespioneerd
	toekomend		bespioneerd zullen hebben			bespioneerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	bespionerend		bespioneerd			ev. bespioneer	mv. verouderd bespioneert	bespionere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	bespioneer	bespioneert	bespioneert	bespioneert	bespioneert	bespioneren	bespioneren	bespioneren
verleden (o.v.t.)	bespioneerde	bespioneerde	bespioneerde	bespioneerde	bespioneerde	bespioneerden	bespioneerden	bespioneerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal bespioneren	zult/zal bespioneren	zult/zal bespioneren	zult bespioneren	zal bespioneren	zullen bespioneren	zullen bespioneren	zullen bespioneren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bespioneren	zou bespioneren	zou(dt) bespioneren	zoudt bespioneren	zou bespioneren	zouden bespioneren	zouden bespioneren	zouden bespioneren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb bespioneerd	hebt bespioneerd	hebt/heeft bespioneerd	hebt bespioneerd	heeft bespioneerd	hebben bespioneerd	hebben bespioneerd	hebben bespioneerd
verleden (v.v.t.)	had bespioneerd	had bespioneerd	had bespioneerd	hadt bespioneerd	had bespioneerd	hadden bespioneerd	hadden bespioneerd	hadden bespioneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal bespioneerd hebben	zal/zult bespioneerd hebben	zult/zal bespioneerd hebben	zult bespioneerd hebben	zal bespioneerd hebben	zullen bespioneerd hebben	zullen bespioneerd hebben	zullen bespioneerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou bespioneerd hebben	zou bespioneerd hebben	zou/zoudt bespioneerd hebben	zoudt bespioneerd hebben	zou bespioneerd hebben	zouden bespioneerd hebben	zouden bespioneerd hebben	zouden bespioneerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm bespioneerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt bespioneerd				er is bespioneerd
verleden	er werd bespioneerd				er was bespioneerd
toekomend	er zal bespioneerd worden				er zal bespioneerd zijn
voorwaardelijk	er zou bespioneerd worden				er zou bespioneerd zijn
lijdende vorm bespioneerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bespioneerd worden			bespioneerd te worden
	toekomend		bespioneerd zullen worden			bespioneerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		bespioneerd zijn			bespioneerd te zijn
	toekomend		bespioneerd zullen zijn			bespioneerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word bespioneerd	wordt bespioneerd	wordt bespioneerd	wordt bespioneerd	wordt bespioneerd	worden bespioneerd	worden bespioneerd	worden bespioneerd
verleden (o.v.t.)	werd bespioneerd	werd bespioneerd	werd bespioneerd	werdt bespioneerd	werd bespioneerd	werden bespioneerd	werden bespioneerd	werden bespioneerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal bespioneerd worden	zult bespioneerd worden	zult bespioneerd worden	zult bespioneerd worden	zal bespioneerd worden	zullen bespioneerd worden	zullen bespioneerd worden	zullen bespioneerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bespioneerd worden	zou bespioneerd worden	zou/zoudt bespioneerd worden	zoudt bespioneerd worden	zou bespioneerd worden	zouden bespioneerd worden	zouden bespioneerd worden	zouden bespioneerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben bespioneerd	bent bespioneerd	bent/is bespioneerd	zijt bespioneerd	is bespioneerd	zijn bespioneerd	zijn bespioneerd	zijn bespioneerd
verleden (v.v.t.)	was bespioneerd	was bespioneerd	was bespioneerd	waart bespioneerd	was bespioneerd	waren bespioneerd	waren bespioneerd	waren bespioneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal bespioneerd zijn	zult bespioneerd zijn	zult bespioneerd zijn	zult bespioneerd zijn	zal bespioneerd zijn	zullen bespioneerd zijn	zullen bespioneerd zijn	zullen bespioneerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou bespioneerd zijn	zou bespioneerd zijn	zou/zoudt bespioneerd zijn	zoudt bespioneerd zijn	zou bespioneerd zijn	zouden bespioneerd zijn	zouden bespioneerd zijn	zouden bespioneerd zijn