behartigen
Uiterlijk
- Geluid: behartigen (hulp, bestand)
- be·har·ti·gen
- In de betekenis van ‘zorgen voor’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
- Afgeleid van hart met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
behartigen |
behartigde |
behartigd |
zwak -d | volledig |
behartigen
- overgankelijk iets ~ zich inzetten voor een bepaalde zaak
- ..[Filips de Schone] was hierin zeker te prijzen, dat ... hij alles, wat tot rechtvaardige en goedwillige bestiering diende, bevorderde, en der burgeren welzijn behartigde, ..[2]
- voornamelijk: de belangen ~ van
- Zij behartigde de belangen van haar minderjarige zoon.
- Het woord behartigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behartigen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "behartigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ p.216 Historie der Hollandsche staatsregering, tot aan het jaar 1795. A. Kluit
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %