behaarde
Uiterlijk
- be·haar·de
behaarde
- verbogen vorm van de stellende trap van behaard
vervoeging van |
---|
beharen |
behaarde
- enkelvoud verleden tijd van beharen
- Ik behaarde.
- Jij behaarde.
- Hij, zij, het behaarde.
- Ik behaarde.
- verbogen vorm van behaard, voltooid deelwoord van beharen
- Het woord behaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.